2025 markeert het derde jaar waarin we als Global Products Group gericht terugkijken op de concrete resultaten van ons MVO-beleid. Dat biedt niet alleen waardevolle inzichten, maar bevestigt ook dat structurele inzet op duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid daadwerkelijk vruchten afwerpt. Het afgelopen jaar hebben we opnieuw betekenisvolle stappen gezet op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Onze initiatieven beginnen zichtbaar effect te hebben, zowel binnen onze organisatie als daarbuiten. De verdere verankering van duurzame processen heeft geleid tot meer bewustwording en tastbare vooruitgang in het verkleinen van onze ecologische voetafdruk.

Tegelijkertijd realiseren we ons dat niet alle doelstellingen voor 2024 volledig zijn behaald. In sommige gevallen vereiste de uitvoering meer tijd vanwege de complexiteit van de implementatie, afhankelijkheden binnen de keten of veranderende externe omstandigheden. Deze ervaringen zijn waardevol: ze onderstrepen het belang van een realistische planning, flexibiliteit en samenwerking. We beschouwen deze leerpunten als een essentieel onderdeel van ons continue verbeteringsproces. Ze vormen de basis voor een verdere verdieping van ons MVO-beleid, waarbij we onze aanpak blijven aanscherpen en versterken. De geboekte resultaten van 2024 tonen aan dat we op de juiste weg zijn: met ruimte voor groei, reflectie en blijvende impact.

 

3. Goede gezondheid en welzijn

•   Gezondheid en veiligheid van consumenten

•   Opstellen procedure gebruiksaanwijzingen van nieuwe producten

 

 

 

 

 

 

Hoewel we ons tot doel hadden gesteld om eind 2024 voor 100% van onze ashoudende artikelen instructievideo’s beschikbaar te hebben, is deze ambitie helaas nog niet volledig gerealiseerd. In de praktijk bleek het vastleggen van een structurele werkwijze voor nieuwe productintroducties, en het daadwerkelijk filmen, een uitdagender project dan verwacht. Door wijzigingen in het assortiment en het ontbreken van een vastgesteld proces voor het filmen van nieuwe artikelen, ontstonden vertragingen in de uitvoering. Ook vergde het opzetten van een passend filmproces, inclusief planning en productie, meer tijd dan vooraf was ingeschat. Desondanks zijn inmiddels de eerste stappen succesvol gezet: begin 2025 zijn we gestart met het filmen van de eerste nieuwe instructievideo’s, en dit proces wordt voortgezet. Parallel hieraan wordt gewerkt aan de eerder genoemde procedure, die ervoor moet zorgen dat nieuwe artikelen in de toekomst direct worden voorzien van heldere instructies, via video of, indien nodig, via gedrukte handleidingen.

 

8. Waardig werk en economische groei

•   Geen belemmering voor vorming van een vakbond

•   Terugdringen kinderarbeid bij leveranciers

•   Terugdringen gedwongen arbeid bij leveranciers

•   Bewijsvoering van intentieverklaringen

•   80% van de leveranciers is gelokaliseerd binnen Europa

 

 

 

 

 

In 2024 heeft de Global Products Group een concreet Plan van Aanpak opgesteld om formeel te borgen dat werknemers volledige vrijheid hebben in het vormen van een vakbond of het afsluiten van een CAO. Hoewel deze ruimte in de praktijk altijd al aanwezig was, achten wij het belangrijk om dit structureel vast te leggen en actief onder de aandacht te brengen. Transparantie, openheid en onderlinge dialoog zijn immers waarden die diepgeworteld zijn in onze organisatiecultuur. Met dit plan benadrukken we dat elke medewerker vrij is om zich te organiseren en bij te dragen aan een gezonde werkrelatie op lange termijn.

Hoewel we ons in 2024 tot doel hadden gesteld om van alle leveranciers in zogeheten risicolanden de gedragsdocumenten (Code of Conduct, Modern Slavery Statement en Suppliers Environmental Code) ondertekend en gedocumenteerd retour te ontvangen, is deze ambitie helaas nog niet volledig gerealiseerd. Binnen deze groep ontbreken nog een aantal ondertekende documenten. De redenen hiervoor zijn uiteenlopend. Eén partij levert hardware als onderdeel van een bredere softwareoplossing en viel in eerste instantie buiten de scope, maar wordt inmiddels wel meegenomen binnen onze verdiepingsslag. Een andere leverancier is gevestigd in de Verenigde Staten, een land dat pas sinds 2024 als risicoland wordt aangemerkt door de MVO Risico Checker vanwege een sterke stijging in meldingen van kinderarbeidsovertredingen.

Deze situatie onderstreept zowel het belang als de complexiteit van due diligence binnen een dynamisch risicolandschap. De MVO Risico Checker is een waardevol hulpmiddel dat de mogelijke gevaren per land op het gebied van dwangarbeid, mensenhandel en kinderarbeid overzichtelijk en inzichtelijk maakt. De tool wordt op basis van actuele rapporten en bronnen meerdere keren per jaar bijgewerkt. Tegelijkertijd maakt de frequentie van deze updates dat doelstellingen voortdurend herijkt moeten worden. Daarom nemen we de ervaring van dit jaar mee als uitgangspunt voor een nieuwe doelstelling in 2025: het documenteren en borgen van gedragsdocumenten voor álle leveranciers, ongeacht de risicolandstatus, zodat we structureel kunnen monitoren en bijsturen.



In 2024 is een eerste, volledige SMETA 4-pijler-audit succesvol afgerond bij een leverancier met een productielocatie in een zogeheten risicoland. Daarbij zijn ook de geconstateerde aandachtspunten opgevolgd en gedocumenteerd. De voorbereidingen van twee audits, eveneens gericht op een risicoland met een CPI-score lager dan 60, zijn gestart, maar niet binnen het kalenderjaar 2024 uitgevoerd of afgerond. In de praktijk bleek het plannen, uitvoeren en opvolgen van dit type ethische audits intensiever en complexer dan verwacht. Dit werd versterkt door praktische uitdagingen zoals tijdsverschillen, lokale wetgeving, taalbarrières en de coördinatie met externe auditors.


Desondanks hebben deze ervaringen waardevolle inzichten opgeleverd in de benodigde voorbereiding en opvolging. De SMETA 4-pijler-methode blijkt een robuust en diepgaand instrument om risico’s rond arbeidsnormen, milieu, veiligheid en bedrijfsethiek concreet te toetsen. De gekozen prioritering op basis van de Corruption Perceptions Index (CPI) bevestigt daarbij haar waarde: het gericht auditen van leveranciers in landen met een lage CPI-score stelt ons in staat om inspanningen te richten waar de maatschappelijke risico’s het hoogst zijn. De opgedane kennis gebruiken we om het auditproces te optimaliseren en in 2025 de beoogde inhaalslag te realiseren, met als doel een structureel en toekomstbestendig systeem voor risicobeoordeling.

In 2024 heeft de Global Products Group haar inzet voortgezet om het aandeel Europese leveranciers binnen het netwerk te vergroten. Hoewel de doelstelling was om 80% van onze leveranciers binnen Europa te positioneren, is dit percentage uiteindelijk uitgekomen op 75%. Een belangrijke reden hiervoor was de samenwerking met een niet-Europese leverancier die volgens planning in 2024 zou worden uitgefaseerd, maar dat kalenderjaar toch nog leveringen heeft verricht. Hierdoor is deze partij meegenomen in de eindmeting. Tegelijkertijd was het de planning dat enkele nieuwe Europese leveranciers hun eerste leveringen in 2024 zouden doen, maar deze vonden uiteindelijk pas ná het kalenderjaar plaats, waardoor zij buiten de scope van de doelstelling vielen. Verder is het leveranciersbestand in 2024 herijkt en uitgebreid met partijen die onderdeel uitmaken van onze groothandelfunctie, waaronder leveranciers van deelproducten en aanvullende oplossingen. Deze verbreding heeft geleid tot een tijdelijke verschuiving in de geografische verhoudingen binnen het netwerk.

 

10. Ongelijkheid verminderen

•   Opstellen procedure voor de mogelijkheid tot anoniem solliciteren

 

 

 

 

 

Om gelijke kansen tijdens het wervingsproces verder te versterken, heeft Global Products Group in 2024 een procedure opgesteld voor anoniem solliciteren. Deze procedure is vastgelegd in een concreet stappenplan, waarmee de basis is gelegd voor een veilige en structurele invoering. Door persoonlijke gegevens, zoals naam, leeftijd, geslacht, achtergrond en nationaliteit, in de eerste sollicitatiefase af te kunnen schermen, kunnen kandidaten primair worden beoordeeld op hun kwalificaties en vaardigheden. Hiermee bevorderen we een inclusiever selectieproces en versterken we ons streven naar een open, transparante en rechtvaardige werkomgeving waarin iedereen gelijke kansen krijgt.

 

 

12. Verantwoorde consumptie en productie

•   Waarborgen Reclame Code bij reclame-uitingen

•   75% van de bio-collectie is GreenLeave-gecertificeerd

•   Alternatieve verpakkingen uitgaande leveringen

•   Toepassen Levenscyclusanalyse op acht productgroepen

•   Afvalreductie

•   Reductie van restanten herinneringsproducten

 

 

 

 

 

Ook in 2024 heeft de Global Products Group opnieuw de regels van de Stichting Reclame Code in acht genomen bij het opstellen en verspreiden van reclame-uitingen. We hebben erop toegezien dat alle communicatie respectvol, transparant en waarheidsgetrouw is. Klachtenprocedures blijven beschikbaar via duidelijk vermelde contactgegevens. De naleving van deze regels wordt jaarlijks beoordeeld als onderdeel van onze interne compliance-checks, om zo structureel te toetsen of onze reclame-uitingen in lijn zijn met de geldende normen en onze maatschappelijke verantwoordelijkheden. Zo blijven wij structureel werken aan betrouwbare en verantwoorde reclame-uitingen, ook in de verdere toekomst.

In 2024 heeft de Global Products Group zich actief ingezet om 75% van haar bio-collectie te laten certificeren door Stichting GreenLeave. Door aanpassingen in het keuringsbeleid van de stichting, waaronder de invoering van een nieuw nulpunt en aangepaste beoordelingscriteria waarop alle producten opnieuw gecertificeerd diende te worden, is dit doel officieel niet behaald. Het gecertificeerde aandeel bleef steken op 59%. Dit percentage is echter gebaseerd op het volledig actieve aanbod aan bio urnen, terwijl GreenLeave uitsluitend producten beoordeelt die binnen Europa zijn geproduceerd of voorzien zijn van melkverf. De Global Products Group kiest er bewust voor om haar collectie daar niet toe te beperken. Vanuit onze duurzaamheidsvisie geloven wij dat ook buiten Europa geproduceerde bio-urnen, mits verantwoord vervaardigd, waardevol zijn voor een duurzame uitvaart. Duurzaamheid draait voor ons om het totaalbeeld van grondstoffen, productieproces en milieubelasting. Wanneer de niet-beoordeelbare artikelen buiten beschouwing worden gelaten, komt het gecertificeerde aandeel op 85,2%. Bovendien zijn veel nog niet-gecertificeerde producten voorzien van dezelfde materialen als reeds goedgekeurde artikelen. Hun beoordeling is lopende, waardoor we verwachten dat de oorspronkelijke doelstelling in 2025 alsnog wordt behaald, in combinatie met een efficiëntere doorlooptijd vanuit GreenLeave.


Het onderzoek naar duurzame alternatieven voor uitgaande leveringen werd in 2024 succesvol afgerond, hoewel de doelstelling om 50% van het plastic opvulmateriaal te vervangen nog niet volledig werd behaald. De eerste implementatie van duurzame verpakkingen en oplossingen vond pas in 2025 plaats. Een van deze oplossingen, verpakkingen met transparante film voor kleine herinneringsproducten, elimineert bijvoorbeeld extra vulmateriaal, vermindert het transportgewicht en beschermt de producten tijdens verzending. Een leverancier zag deze toepassing op locatie en reageerde positief op deze oplossing, waarna deze besloot de verpakkingsvorm in 2025 te implementeren. Zo beperken deze duurzame alternatieven zich niet alleen tot de bedrijfspanden van de Global Products Group, maar ook daarbuiten. Hoewel de doelstelling in 2024 officieel niet is gerealiseerd, blijven we in 2025 intensief werken aan het verder uitrollen en uitbreiden van deze initiatieven.

In 2024 heeft de Global Products Group een Levenscyclusanalyse (LCA) uitgevoerd op vier productgroepen. Hoewel dit niet het beoogde aantal van acht is, zijn belangrijke stappen gezet in de implementatie van dit complexe, maar waardevolle instrument. Eén leverancier heeft in 2024, ondanks voorafgaand contact en een concrete briefing, geen LCA inzichtelijk kunnen maken. Deze ervaring liet zien dat het onderwerp in de praktijk complex is, niet alleen qua inhoud en het uitleggen ervan, maar ook door afhankelijkheid van de proactiviteit van derden en taalbarrières. Toch heeft dit traject waardevolle inzichten opgeleverd. Er is in 2024 actief gecommuniceerd met diverse nationale en internationale leveranciers over het LCA-proces, zodat zij zich tijdig en beter kunnen voorbereiden in 2025. Daarmee ontstaat er meer draagvlak en efficiëntie in de uitvoering. Het uitvoeren van levenscyclusanalyses blijkt binnen de branche nog weinig gebruikelijk en vraagt om pionierschap en voortdurende optimalisatie. Dit leerproces heeft geleid tot versterkte samenwerking en bewustwording binnen de keten. We hebben er vertrouwen in dat we met deze fundamenten in 2025 de gewenste inhaalslag kunnen maken en het volledige potentieel van de LCA-methodiek beter kunnen benutten en toepassen.


Afgelopen jaar heeft de Global Products Group verdere stappen gezet in de reductie van restafval. Door optimalisatie van de in 2023 geïntroduceerde milieustraat, waaronder intensievere afvalscheiding en bewustwordingsacties onder medewerkers, is het volume aan restafval met minimaal 17,9% gedaald ten opzichte van 2023. Hiermee is de doelstelling van een vermindering van 10% aan restafval ruimschoots behaald. Deze daling is gebaseerd op de inzet van een kleinere restafvalcontainer van 660 liter en observaties waaruit blijkt dat deze zelden volledig gevuld is. De werkelijke besparing ligt naar verwachting dus nog hoger dan het genoemde percentage, maar is momenteel niet gespecificeerd. Afvalstromen worden inmiddels nog specifieker gescheiden: naast papier worden ook PD, plastic verpakkingen, kunststof omsnoeringsbaden en piepschuim afzonderlijk ingezameld. Dit bevordert de recyclebaarheid en vermindert de hoeveelheid restafval aanzienlijk. In 2025 zal Global Products Group starten met het wegen van de diverse afvalstromen, zodat toekomstige reducties nog gerichter en meetbaarder kunnen worden gerealiseerd. De verwerking van al het bedrijfsafval wordt uitgevoerd door Van Happen, een gecertificeerde verwerker volgens de MVO Prestatieladder, prestatieniveau 4. Het is voor ons van meerwaarde om samen te werken met een afvalverwerker die, net als wij, gecertificeerd is volgens de MVO Prestatieladder; dit zorgt voor een gedeeld duurzaamheidsstreven en versterkt de transparantie en betrouwbaarheid binnen onze keten. Zo blijven we onze ecologische voetafdruk stap voor stap verkleinen.


In 2024 is het gewicht aan afgekeurde herinneringsproducten sterk afgenomen: van 2.373,9 kilogram in 2023 naar 273,5 kilogram dit jaar. Deze significante daling is het resultaat van meerdere verbetermaatregelen, waaronder nauwere afstemming met leveranciers, snellere opvolging van kwaliteitsafwijkingen en een toename in herstel- en vervangingsmogelijkheden. Producten met gebreken hoefden hierdoor in veel gevallen niet langer te worden afgekeurd, maar konden via onderdeelvervanging of herstel in ons magazijn alsnog aan onze kwaliteitseisen voldoen. Daarnaast bleven grote incidenten met hoge afkeuraantallen, zoals in 2023 wél het geval was, in 2024 uit. Deze piek beïnvloedde de cijfers van dat jaar aanzienlijk en verklaart mede het verschil in totaalgewicht. De reductie is daarmee deels structureel en deels het gevolg van een gunstiger verloop van leveringen. De resterende 273,5 kilogram aan afgekeurde producten werd, zoals gebruikelijk, geclassificeerd als gerecycled, retour gestuurd naar de leverancier of vernietigd.

 

 

13. Klimaatactie

•   CO₂-reductie inkomende leveringen

•   CO₂-compensatie inkomende leveringen

•   CO₂-reductie uitgaande leveringen

•   CO₂-compensatie uitgaande leveringen

 

 

 

 

 

Het streven om de CO₂-uitstoot van inkomende leveringen met 25% evenredig te reduceren ten opzichte van 2023 bleek in 2024 niet haalbaar. Ondanks een stevig fundament, waaronder een uitgebreid CO₂-dashboard met inzicht in transportroutes, transporttypes en uitstoot per leverancier, hebben we deze reductiedoelstelling niet kunnen realiseren. Enkel kijkend naar de veroorzaakte CO₂-uitstoot bij upstreamtransport heeft de Global Products Group in 2024 een reductie weten te realiseren van 2,9%. Dit is echter slechts een deel van het verhaal, aangezien het aantal vervoerde kilo’s aan producten eveneens daalde. Daarmee is de uitstoot per kilo niet gereduceerd, maar toegenomen.



Dit komt voornamelijk doordat er, vanuit commerciële overwegingen, vaker voor luchtvracht is gekozen dan vooraf gepland. Deze keuze werd gemaakt, in periodes van logistieke onzekerheid bij leveringen van buiten Europa, om een sterkere leveringszekerheid te kunnen waarborgen bij producten met een hoge emotionele waarde. Hoewel we teleurgesteld zijn dat we op dit punt geen vooruitgang hebben geboekt, erkennen we dat betrouwbaarheid richting onze klanten soms zwaarder woog. Tegelijkertijd hebben we belangrijke verbeteringen doorgevoerd in planning, prognoses en werkprocessen, Om in de toekomst de afhankelijkheid van vervuilende transportvormen aanzienlijk te verkleinen. Daarmee richten we ons in 2025 opnieuw op wat écht telt: het structureel verlagen van onze ecologische voetafdruk.

In 2024 heeft Global Products Group haar ambitie om de CO₂-uitstoot van inkomende leveringen van 2023 te compenseren succesvol gerealiseerd. Door onze samenwerking met de stichting Trees for All hebben we de volledige gemeten uitstoot van dit segment gecompenseerd. Deze compensatie betrof een bijdrage van 135 ton CO₂. Aanvullend is tevens een bijdrage geleverd om de aanplant van 135 bomen binnen duurzame bosprojecten in Borneo, Mexico en Nederland te realiseren. Hiermee hebben we niet alleen bijgedragen aan het herstel van ecosystemen, maar ook aan een gezonde leefomgeving voor toekomstige generaties. Deze stap markeert een belangrijke mijlpaal binnen ons bredere duurzaamheidsbeleid. Hoewel de focus op CO₂-reductie blijft, zien wij compensatie als een noodzakelijke aanvulling om onze ecologische voetafdruk verder te verkleinen en onze verantwoordelijkheid binnen de keten actief te nemen.

De Global Products Group had voor 2024 tevens de doelstelling om de CO₂-uitstoot van uitgaande leveringen volledig in kaart te brengen, om deze in de toekomst ook te kunnen compenseren en reduceren. Hoewel we ons bewust zijn van het belang om zowel upstream- als downstreamactiviteiten transparant te maken, hebben we deze doelstelling niet volledig kunnen realiseren. De diversiteit aan bestemmingen, transportmethoden en verzendvolumes maakte het verzamelen en structureren van de benodigde data uitdagend, waardoor de uitvoering complexer bleek dan vooraf was ingeschat. Wel hebben we in 2024 belangrijke stappen gezet: er is een plan van aanpak opgesteld waarin de methodiek en benodigde datastromen voor het opbouwen van een CO₂-dashboard voor uitgaande leveringen zijn vastgelegd. Dit vormt een solide basis om het project in 2025 voort te zetten en alsnog een nulpunt vast te stellen. Op deze manier blijven we gericht werken aan volledig inzicht in onze ecologische impact en aan de verdere verduurzaming van onze keten.

 

16. Vrede, justitie en sterke publieke diensten

•   Respecteren rechten van de lokale bevolking

•   Tegengaan van corruptie

•   Communicatie MVO-beleid

 

 

 

 

 

In 2024 heeft de Global Products Group stappen gezet in het verkrijgen van ondertekende Suppliers Environmental Code (SEC)-gedragsdocumenten binnen het leveranciersnetwerk. Hoewel we ons tot doel hadden gesteld om 100% van onze leveranciers te laten tekenen, is dit percentage uitgekomen op 55,2%. Deze uitkomst vraagt om nuance: op productniveau is 71,8% van de producten in de basiscollectie afkomstig van leveranciers die het document wél hebben ondertekend. Bovendien is meer dan de helft (61,5%) van de leveranciers zonder ondertekening gevestigd in Nederland, dat een laag risicoprofiel kent op het gebied van Milieu & Omgeving. De gedeeltelijke dekking is grotendeels te verklaren door het opschalen van onze due diligence, waarbij ook toeleveranciers van deelproducten zijn meegenomen die eerder buiten scope vielen Voor 2025 nemen we ons voor om het SEC-document structureel te borgen voor álle leveranciers, zowel bestaande als nieuwe, zodat naleving van onze normen en waarden beter geborgd is binnen de gehele keten.



Het afgelopen jaar is gericht ingezet op het verder uitrollen van de Code of Conduct binnen ons volledige leveranciersnetwerk. In plaats van enkel op hoofdniveau te kijken, is in 2024 nadrukkelijk ingezoomd op de afzonderlijke productielocaties per leverancier, waarbij sommige leveranciers meerdere locaties in gebruik hebben. Onze ambitie lag bij een volledige dekking (100%), maar de realisatie kwam uit op 59,4%. Binnen de oorspronkelijk als risicovol aangemerkte landen ligt het percentage op 84,6% van de productielocaties met een verhoogd corruptierisico heeft de Code of Conduct ondertekend geretourneerd. De lagere algehele dekkingsgraad is te verklaren door een verbreding van de scope, vergelijkbaar met het traject rond de Supplier Environmental Code: in 2024 zijn ook leveranciers van deelproducten en hun productielocaties meegenomen in het due diligence-proces. Dit vergde extra tijd en afstemming. Belangrijk om te benoemen is dat ruim driekwart, 76,9%, van de nog niet gedocumenteerde productielocaties zich bevindt in landen die binnen de top 15 van de Corruption Perceptions Index vallen, en dus een zeer laag risicoprofiel hebben. Hoewel de doelstelling nog niet volledig is behaald, zijn de grootste risico’s hiermee ondervangen. In 2025 zetten we de ingezette lijn voort om ook het resterende aandeel af te dekken.



In 2024 hebben we verder gebouwd aan de communicatie en zichtbaarheid van ons MVO-beleid. Net als in 2023 hebben we onze behaalde resultaten en nieuwe doelstellingen gepubliceerd op onze website, zodat deze voor iedereen toegankelijk en vergelijkbaar zijn. De positieve feedback uit de branche blijft ons motiveren om dit traject voort te zetten. Tegelijkertijd zijn we in dit tweede praktijkjaar nieuwe uitdagingen tegengekomen die niet altijd vooraf zichtbaar waren. Sommige doelstellingen zijn daardoor niet volledig gerealiseerd. Deze ruimte voor verbetering biedt ons echter waardevolle lessen om onze processen en ambities nog beter af te stemmen op de toekomst. Door deze ervaringen mee te nemen, kunnen we in 2025 potentiële valkuilen voorkomen en nog gerichter verbeteren. Zo blijven we werken aan een sterke en geloofwaardige invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen.